Théâtre de la Mode modepoppen, Lente-Zomer 1946

Voor de beste ervaring bekijk je MoMu Tours via een mobiel apparaat, zoals met je smartphone of iPad.

0:00 /

Speelt nu af: Highlight Tour / Théâtre de la Mode modepoppen, Lente-Zomer 1946

1e Verdieping

Eind augustus 1944 werd Parijs na vier jaar Duitse bezetting bevrijd. De economie lag aan diggelen, maar langzaam doken er tekenen van leven op. Zo nam het Syndicat de la Couture Française, de beroepsvereniging van de Franse modesector, het initiatief voor het Théâtre de la Mode: een tentoonstelling met 237 miniatuurpoppen, gekleed in dag- en avondkleding van verschillende Parijse couturehuizen. Ze werd op 27 maart 1945 geopend in het Pavillon de Marsan in hartje Parijs en trok bijna 100.000 bezoekers. De poppen, figuurtjes van 70 cm hoog, waren ontworpen door Eliane Bonabel: "We vonden dat de poppen niet te massief mochten zijn, want dan zou je denken dat het speelgoed was. Ik dacht eerder aan iets transparants... Mijn uitgangspunt waren de maattabellen die in modebladen stonden." Dat kan je zien aan de ledematen, die in ijzerdraad zijn uitgevoerd, en doen denken aan schematische tekeningen van het (vrouwelijke) lichaam.

De poppen werden aangekleed in kostbare materialen, ontworpen met een onwaarschijnlijk oog voor detail - volgens interviews uit die tijd een bewijs van de gezonde concurrentie tussen de couturiers. De handgestikte knoopsgaten, minutieus afgewerkte voeringen, handtassen en zakjes die open konden, miniatuurriemen, juwelen, handschoenen, pluimen en borduurwerk – allemaal benadrukten ze het vakmanschap van de modehuizen. De poppen werden zo een uithangbord voor de Franse mode-industrie. Ze waren een manier om te laten zien dat elegantie en creativiteit niet waren aangetast door de oorlog. Tegelijk symboliseerden ze hoop en heropleving, en wakkerden ze een gevoel van nationale trots aan.

Na de oorlog reisde het Théâtre de la Mode de wereld rond om de Parijse mode voor de lente en zomer van 1946 bij internationale klanten te promoten. De eerste halte was New York. Deze drie popjes - gekleed door Worth, Ana de Pombo en Jeanne Lanvin – belandden in de collectie van het Maryhill Museum of Art in Washington. Nu zijn ze opnieuw de oceaan overgestoken om te worden tentoongesteld in MoMu.