La Chevelure, 1929

In 1929 fotografeerde Man Ray een vrouw met achterover hangend hoofd, haar blonde haren in vrije val. Wellicht was het déze foto die Elsa Schiaparelli en Jean Cocteau inspireerde tot een linnen avondjasje voor hun herfstcollectie uit 1937. Aan de voorzijde van het jasje brachten ze een geborduurd vrouwenprofiel aan, dat uitloopt in haren van geborduurde staafkralen, die over de rechtermouw golven.

Ook hedendaagse modeontwerpers vonden de afgelopen decennia inspiratie bij Man Ray. In zijn lente-zomercollectie van 1999 plaatste Olivier Theyskens het haarmotief op het rugpand van een jasje. Als de draagster goudkleurige lokken heeft, ontstaat er zo een trompe-l’oeil-effect.

Ook Martin Margiela verkende in zijn modecreaties en kunstwerken de bevreemdende kanten van haar. Die fascinatie gaat wellicht terug op zijn kindertijd: zijn vader had een kapsalon. Margiela gebruikte regelmatig haar of pruiken om het gezicht van z’n modellen te verbergen. Tijdens zijn laatste defilé, in 2009, liet hij twee identiek uitziende modellen simultaan over de catwalk wandelen met een pruik achterstevoren. Eerder, in 1999, had de Belgische modefotograaf Ronald Stoops ook al verwezen naar de beroemde foto die Man Ray 70 jaar eerder maakte.