Cadeau

In juli 1921 vertrok Man Ray met 100 dollar, en een reiskoffer vol kunst, vanuit New York naar Parijs. De kunstenaar Marcel Duchamp, met wie hij bevriend was, wachtte hem daar op. Duchamp hielp hem ook een netwerk op te bouwen: zo introduceerde hij Man Ray bij André Breton en Louis Aragon, twee bekende dadaïstische schrijvers.

Enkele maanden na zijn aankomst in Parijs stelde Man Ray zijn New Yorkse werk tentoon bij Librairie Six. Zo ontstond als bij toeval een van zijn bekendste assemblages. De middag vóór de opening van de tentoonstelling ging Man Ray op café met de componist Erik Satie, die hij net had leren kennen. Toen ze vanuit het café naar de vernissage vertrokken, stapten ze onderweg een ijzerwinkel binnen. Daar kocht Man Ray een strijkijzer, een tube lijm en wat spijkers, die hij vervolgens aan het strijkijzer vastlijmde. Hij noemde het werk "Cadeau" en voegde het toe aan de tentoonstelling. Hij verkocht geen enkel kunstwerk, maar tegen het eind van de avond was het ‘cadeau’ verdwenen. Het zou nooit worden teruggevonden.

Gelukkig had Man Ray het werk gefotografeerd. Vele jaren later, in 1963, konden er op basis van die foto 5000 gesigneerde replica’s worden gemaakt, met goedkeuring van de kunstenaar. Man Ray benadrukte graag dat iedereen een strijkijzer met een rij spijkers eraan kon maken, maar dat er maar één iemand op het originele idee kon komen.